Genetische achtergrond
Hier wat informatie over de diverse rassen die bij de creatie van de Luikse Vechter gebruikt werden. Eerst even wat aanvullende informatie. Indien we spreken van Bankiva-type bedoelen we het klassieke type hoen met hooggedragen welige staart, relatief lange zachte bevedering, een in verhouding lange kop met daarop een enkele kam. Oftewel het type hoen dat op de kerktoren staat. Een ander type hoen is het zogenaamde Malayoide-type Dit type hoen word hoofd-zakelijk gekenmerkt door een relatief hogere stelling, zware maar kompakte lichaamsbouw met korte harde bevedering, Een brede korte kop met een korte dikke snavel.
Brugse Vechter
De Brugse Vechter is een ras waarvan de ontstaansgeschiedenis tot op heden onduidelijk is. Het werd al genoemd in de Middeleeuwen. Zoals de naam al zegt stamt het ras uit de regio Brugge in Vlaanderen. Het ras stond ook bekend als de "Grote Brugse Vechter" of als de "Grote Blauwe Vechter". Het ras laat hoofdzakelijk Bankiva-type fysieke kenmerken zien maar ook Malayoide kenmerken zoals bijvoorbeeld een drie-rijige erwtenkam. Hoe de Brugse Vechter tot een drie-rijige erwtenkam is gekomen is ook nog onduidelijk.
Maleier
De Maleier is groot en zwaar vechthoen dat opvalt door zijn hogere beenstelling en opgerichte houding. De Maleier is een sub-varieteit van de grote (Kulang) Aseel. De "Maleier" komt hoofdzakelijk voor in het zuiden van India en Bangladesh. De Engelsen toendertijd de koloniale overheersers van bijna het gehele Indische subcontinent brachten dit hoen in het begin van de 19e eeuw naar Engeland vanwaar het tamelijk snel werd geintroduceerd op het Europese vasteland. De Maleiers uit die tijd verschillen zeer sterk van het type dat we nu zien op hedendaagse pluimvee tentoonstellingen. Het ras valt nu op door een zeer extreme lichaamsbouw. Op de tekening van de Engelse pluimvee autoriteit Ludlow links van deze tekst staat het type Maleier afgebeeld dat in de 19e eeuw in zwang was.
Grote Aseel
Een andere mogelijke voorouder qua vererving van de Luikse vechter is de Grote Aseel. Dit ras afkomstig uit India en buurlanden was in 1760 reeds in Engeland aanwezig en aan het eind van de 19e eeuw, de ontstaansperiode van de Luikse Vechter ook al in het buurland Duitsland. Sommige fysieke kenmerken van dit Aziatische vechthoenderras, vooral de drie-rijige erwtenkam zijn zondermeer mogelijk terug te voeren op de Grote Aseel.
Luikse Vechters ?
Op de kleurenafbeelding links staat een koppel "Belgische Vechters" afgebeeld. Deze afbeelding stamt uit 1881 en was getekend door de Duitse kunstenaar Gustav Mutzel. Het interessante aan deze dieren is dat het afgebeelde type hoen volkomen voldoet aan de beschrijving van de "Luikse Vechter". Alle typische fysieke raskenmerken zijn aanwezig. Het gaat hier 100% zeker niet om de "Brugse Vechter" die door zijn zwaardere lichaamsbouw niet voldoet aan de kenmerken zoals getoond in deze afbeelding.